Espais literaris de Jesús Moncada

Els molls de l’Ebre

Els molls de l’Ebre

  1. Català
  2. Alemany
  3. Anglès
  4. Aragonès
  5. Castellà
  6. Eslovè
  7. Francès
  8. Hongarès
  9. Neerlandès
  10. Polonès
  11. Serbi
  12. Txec


Llegit per Adri Boon

In het duister van de salon – een kleverige donkerte die vanaf de kades langs de Ebro vol wegrottende schepen begon op te trekken – leek Carlota de Torres de zon terug te zien die het spoorwegstationnetje van Faió in een verblindend licht zette, toen zij en Hipòlit de Móra, terugkerend van hun huwelijksreis, er uit de trein stapten. In het dorp, dat iets verder stroomafwaarts dan het stadje langs de rivier lag, zou een van haar schepen, die er de kolen uit haar mijnen losten, de belangrijkste van de weinige die zich hadden weten te handhaven na het rampjaar 1919 en bijna nog op volle toeren draaiden, op hen liggen te wachten. Er verscheen echter geen enkele schipper om hen welkom te heten, hun bagage op te nemen en hen naar het schip te brengen.

‘Je hebt toch wel een telegram gestuurd, hè?’ vroeg ze geërgerd bij het zien van het verlaten perron.

‘Ja schat, natuurlijk. Misschien weet de stationschef iets of heeft hij een bericht voor ons.’

De spoorwegbeambte was echter nergens te bekennen. Nadat hij met zijn rode vlaggetje het vertreksignaal voor de trein had gegeven was hij spoorloos verdwenen.

‘Hé, wat vreemd. Kijk daar eens…’

Door de zengende lucht waarin de krekels met zenuwslopende aanhoudendheid tjirpten, zagen ze achter de bergen ligniet, bestemd voor de fabrieken in Barcelona, aan de kade twee schepen afgemeerd liggen maar ze ontwaarden geen bootwerkers die het zwartglanzende mineraal, omhuld door een witte waas van de hitte, aan het laden waren.

In perplexe verwarring bedacht Hipòlit de ene hyothese na de andere. Vertraging van het telegram, problemen bij de afvaart van de schepen, misschien waren ze wel vastgelopen, wat heel goed mogelijk was gezien de lage waterstand van de Ebro in de zomer, met alle gevaar vandien op ondiepe plekken waar de bodem rotsachtig was en het niet zelden gebeurde dat er schepen met tweederangs kapiteins aan het stuur vastliepen. Het warrige gemompel, dat niets oploste, irriteerde mevrouw zozeer dat ze bijna uit haar vel spatte. Ze voelde zich beledigd, vernederd. Wie kon het zich voorstellen dat Carlota de Torres i Camps – ze gebruikte nooit de achternaam van haar echtgenoot – te midden van haar koffers moest wachten op een spoorwegstation waar haar ligniet werd overgeladen, aan de oever van een rivier die bevaren werd door haar schepen en haar mannen en die zij als haar persoonlijk eigendom bschouwde. Waar waren de mensen in dienst van Torres i Camps in Faió?

Het jaagpag [Camí de sirga]. Trad. al neerlandès d’Adri Boon. Amsterdam: Meulenhoff, 1992.

© 2009-2021 Espais literaris de Jesús Moncada · Disseny de Quadratí